Je AI-teamgenoot

Nu je een taak hebt geïdentificeerd die bij uitstek geschikt is om een AI-agent van te maken, is het tijd om te beginnen met het samenstellen van je agent.

• Geef een overzicht van de rol van de agent: definieer het probleem dat je agent moet oplossen. Bepaal vervolgens of de agent zal functioneren als assistent, besluitvormer of gegevensverwerker. Hier volgen enkele voorbeelden:
  • Assistent-agent: de agent is bedoeld om met gebruikers te communiceren.
    Voorbeeld: een klantenservice-agent die vragen van gebruikers begrijpt en beantwoordt in natuurlijke taal, zoals "Wat is de status van mijn bestelling?" en "Kun je me helpen met een terugbetaling?" door tekst te verwerken en menselijke antwoorden te genereren.
  • Besluitvormende agent: de agent onderneemt actie op basis van invoer.
    Voorbeeld: een salesagent die beslissingsbomen gebruikt om leads te kwalificeren. Als een lead antwoordt met "Ik ben geïnteresseerd in een abonnementsplan", kan de agent vervolgvragen stellen, zoals "In welk plan ben je geïnteresseerd?" of "Hoe groot is je bedrijf?" om de juiste vervolgstappen te bepalen.
  • Agent voor taakautomatisering: de agent automatiseert een gedefinieerde taak.
    Voorbeeld: een agent voor e-mailantwoorden die automatisch antwoord geeft op veelgestelde vragen, zoals "Bedankt voor je bericht, we nemen zo snel mogelijk contact met je op," of die vergaderingen plant door beschikbare tijden op te halen uit een agenda en dit bij de gebruiker te bevestigen.
• Kies een AI-platform: kies je favoriete AI-tool, zoals Rovo of GPT van OpenAI.
• Kies je aanpak voor het bouwen van de agent: beslis of je een bestaande agent dupliceert of een nieuwe agent bouwt. Veel AI-tools, zoals Rovo, bevatten instructies voor het bouwen van nieuwe agents of het gebruiken van kant-en-klare agents die je kunt aanpassen aan je specifieke behoeften.
• Schrijf instructies voor je agent: of je nu een nieuwe agent maakt of een kopie maakt van een bestaande agent, je moet je agent instructies geven over wat hij moet doen. Instructies helpen de taken van de agent te definiëren en zijn gedrag te sturen, zodat hij nauwkeurig en efficiënt reageert op aanvragen van gebruikers. Houd rekening met de volgende vragen bij het opstellen van deze instructies:
  • Wat gaat de agent doen? (rol)
  • Op welke specifieke doelen of kennis zal je agent zich richten? (context)
  • Welke specifieke taken of functies kan je agent uitvoeren? (taak)
  • Welke toon en reactiestijl moet je agent hebben? (toon/formaat)
  • Welke beperkingen moeten worden benadrukt of vermeden?
• Maak gespreksstarters aan: voeg suggesties of vragen toe die je helpen om een gesprek te beginnen met een agent en hen te leiden bij hun interactie. Gebruik voorbeelden voor de meest voorkomende dingen die je agent moet kunnen doen als sneltoetsen. Als je het veld leeg laat, gebruikt je agent algemene gespreksstarters.
  • Voorbeeld: een agent die inhoud op sociale media schrijft voor je merk kan de volgende gespreksstarters hebben: "Schrijf een korte Instagram-post", "Maak 15 hashtags aan die ik kan gebruiken voor deze post", "Wat is een tagline die ik kan gebruiken om de aandacht van mensen te trekken voor deze post?"
  • Voorbeeld: een agent die je helpt om vakdeskundigen te vinden, kan de volgende gespreksstarter gebruiken: "Met wie moet ik over dit werk praten?" "Welke team is verantwoordelijk voor dit werk?" "Heeft iemand aan soortgelijke onderwerpen gewerkt als op deze pagina?"
• Verstrek kennis aan je agent: dit verwijst naar de informatie en middelen die je aan je agent geeft om de nauwkeurigheid en de reacties te verbeteren. Hoewel alle agents algemene kennis hebben, helpt het om specifieke bronnen toe te voegen, zoals Confluence-pagina's, sjablonen, voorbeelden van de toon, specifieke expertise of zelfs Google Drive-links, om de prestaties te optimaliseren.